Allemaal engeltjes & een pandabeer

christmas2016

Jente haar kerstoutfit lag hier al een tijdje te blinken, klaar voor enkele fotootjes op zonnige dagen… Die zon kwam er wel af en toe, maar niet op de momenten dat we met z’n allen zin hadden in kiekjes nemen. Vandaag was het eerste kerstfeest al aan de beurt, dus even, mist of geen mist (en dus slecht fotolicht…) deze voormiddag, een efforeke doen. Gelukkig maar, want op dit eigenste moment hangt het jurkje al met chocoladevlekken op één of andere vlekkenverwijderaar te wachten.

Ik heb me compleet laten gaan dit jaar. En ben er los over gegaan. Een pandajurkje. Een gilet en een giletje voor pop. Fier dat ze was op haar outfit, ons Jentemie.

Voor het jurkje gebruikte ik één van de stofjes uit de Happy Nature 4 collectie van Bambiblauw. Ik was instant verliefd op die panda toen hij online verscheen. En zeker toen ik de prachtige creaties van Laurence (Blanche) en Laurence (P’titsmonstres) zag. Als patroon gebruikte ik mijn eigen gratis Fons en Sien patroon. Hier wordt het maatje 86 even getest. Er wordt dus aan uitbreiding gewerkt. Voor het rokdeel gebruikte ik een restje dikke grijze sweaterstof die ik nog had liggen. Er zit een klein ‘blinkje’ in. Voor het jurkje uit twee delen haalde ik mijn inspiratie bij Griet (Emma en Mona). Ik gebruikte als rokdeel het rokjespatroon van de Dromenfabriek, fronste het en naaide het met een tweelingnaald vast aan het bovenstuk. Alleen zo kon die heerlijke panda volledig te zien zijn op mijn mini-dochter haar buik. “Pamabeerrrr!!!” ging het de hele voormiddag.

Voor het giletje gebruikte ik één van de kerststofjes van Eva Mouton.  Die heerlijke tekeningen op dat roze kleurtje! Dat betekende voor mij: “Voeg hier een blinkende paspel aan toe (had ik nog over van dit projectje) en een superzacht pelske. En maak met het restje nog zo’n zelfde giletje voor de pop.” Over the top, check! Als patroon gebruikte ik de zsa zsa zilet (voor onze mini bijna twee jarige was dat de 12-18 maanden…). Ik rondde de hoeken vooraan een beetje af. Voor de pop was datzelfde giletje door tante Hilde mooi uitgetekend in haar boek “De poppen van tante Hilde”. De giletjes zijn omkeerbaar, maar onze protesterende peuter wilde absoluut de roze stof en de “engerdjes” (engeltjes vermoedelijk) aan de buitenkant. Gelijk heeft ze wel natuurlijk.

Ha, ja, dat neuspeuteren. Je moet hen dat naar het schijnt afleren. Maar twee redenen om dat niet te doen: 1. Het helpt niet als je zegt dat het niet mag. 2. Het is echt meeeega schattig wanneer ze zegt: “Neush, pijjjn”.

Jente is ook heel erg into ‘vergelijkingen’ de laatste weken. Een voorbeeldje? Wanneer ze moet gaan slapen somt ze alle namen op van iedereen die ze kent en zegt er telkens “ook” achter. De conversatie gaat dan als volgt: “Nu is het tijd dat je in je bedje ligt en gaat slapen.” “Lena ook.” “Ja, Lena ook.” “Sssshhhrr ook” “Ja, Richard ook.” “Loes ook.” (stilte)… “Loes ook?” “Ja, Loes ook.”… en zo gaat dat nog een 30-tal namen verder. Uiteindelijk valt haar hoofd wel even stil en besluit ze dat ze toch ook wel haar bedje kan gebruiken. Door de babyfoon horen we dan nog een hele tijd hoe ze haar beren en konijn te slapen legt. “Beer ook.” “Kokijn ook.” “Apèèèèèè (slaapwel).” …. “Tente (Jente) ook.”
Moet ik nog vertellen dat ze dat giletje voor de pop gewèèèldig vond? “Pop ook jas!” “Ja…” “Tente ook.”

De fotoshoot mocht vandaag dus wel, want de giletjes en de pamabeer waren goedgekeurd. Ze zocht de engeltjes uit de kerstboom die ik gisteren plooide, zette ze zelf mooi op een rij, pop ernaast en zichzelf ernaast. Dank je wel, Riet, om voor een zenmomentje te zorgen voor mezelf (knippen is kei rustgevend) en voor tonnen spelplezier voor mijn dochter. 🙂 De engeltjes kan je hier nog steeds gratis downloaden, printen en knippen.

De panda (Happy Nature 4) en roze stof (Eva Mouton) zijn van bij Bambiblauw. De grijze stof kocht ik bij Pauli.

Rainy days Louisa

Enkele weken geleden regende het bijna elke dag. We propten onze kleine meid dan maar in haar Louisa jas én in een regenjasje dat ik vorig jaar kocht voor haar. Mooi was het niet en onze beweeglijke peuter kon haar armen niet meer omhoog krijgen.

Het idee voor een regenponcho speelde al een tijdje in mijn hoofd. En toen kwam de wedstrijd van Compagnie M. online waar je ook kon meedoen met een Louisa coat hack. Daarna nog dat kleine detail: tijd vinden om zo’n poncho te tekenen, stof te kopen en het ding in elkaar te steken.

Woensdag kocht ik stof. Donderdag patroon hacken en stof knippen en zaterdag in elkaar zetten. Stevig doorperen wel, die donderdag en zaterdag. Maar hij is af! Het werd best wel een fancy ding voor een ‘regenponcho’. We gaan ver hoor, om die fietstochtjes door de regen wat aangenamer te maken.

Twee kleuren regenjasstof (zo van die lekker warme met fleece aan de achterkant) aan de buitenkant en voor het beleg. En een katoentje als voering. Op de voorkant hergebruikte ik de kromming van de zak en tekende ik een gebogen lijn verder naar boven tot waar de mouw zou moeten gekomen zijn volgens het oorspronkelijke patroon. Regen en open zakken gaan niet goed samen, dus kwamen er geen echte zakken, maar enkel een paspel. Tot Jente haar grote spijt: “mama, ‘kak’ (zak dus), waar?”

De paspel (mooie roestkleurige, blinkende paspel, dezelfde als aan haar echt Louisa jas) liet ik aan de zijkant doorlopen van de voorkant naar de achterkant van de poncho en op het beleg. 
Het krijtbordje meenemen… Goed idee, moeder. Ik ga er gewoon met de hele onderkant van die jas in zitten, na! Tot zover de propere poncho.
Het midden van de kap kreeg een extraatje: blauw tafelzeil met libelles erop. De kap stikte ik nog eens door.
Fladder fladder. De zijkant mocht wat verder komen dan haar handen, want op de fiets valt ie dan mooi over haar hele lijfje. Of haar blinkende poncho écht waterdicht is, moeten we nog testen.
Een hoog Harry Potter-gehalte, deze. Kijk, de libelle achteraan op de kap!
Met haar echte Louisa eronder, gaat ie ook! Hoera, missie geslaagd!
Nog eens de binnenkant showen.
Zonnig weertje, maar koud. Snottebellen en tranende oogjes, maar veel plezier met op en af lopen. En met knuffels komen geven aan mama. Smelt…
De regenjasstof kocht ik bij Pauli. De accessoires kocht ik bij Lana Lotta, de libelles bij Hexagoon en het voeringstofje kocht ik lang geleden bij Kersenpitje. Leuven boven, ha! 🙂

Poppenliefde

Toen ik kind was, speelde ik zo goed als nooit met poppen. Lego en een voetbal waren mijn lievelingsspeelgoed. Als ik me uitleef in speelgoed kopen, lenen, op een lijstje zetten, … voor Jente blijkt dat ik nogal aangetrokken wordt door bouwmaterialen, gezelschapsspelen en buitenspeelgoed. We hebben hier nog nooit naast een pop in de zetel zitten TV kijken. Vandaag wel. Met vier onder een dekentje: Wouter, Sofie, Jente en ‘pop’. Het ding een naam geven, daar had onze Charel geen boodschap aan.

(De meeste fotootjes zijn, na het vloeken op een lege fototoestelbatterij, met mijn telefoon genomen en dus jammer genoeg wat minder scherp. Maar ze was zo koddig aan het zorgen voor – en gooien met – haar pop.)

Van waar kwam die pop ineens? Ik maakte haar. Ze is een ‘pop van tante Hilde’. Echt knap hoe ons tante Hilde dat heeft gedaan, zoveel mooie creaties maken en het zo tof uitleggen in haar boek.

Ik koos voor haartjes in fleece (en tekende de twee staartjes na die ik op de foto’s in het boek zag).

Ik wilde voor een zwart-grijs-neutraal thema gaan en koos voor een beige huidje. Ideale restjesverwerking, dit project! Het gaat best vlot en is echt leuk om te doen. Minder leuk en lichtjes stresserend vond ik de oogjes, neus en mond met de hand naaien. Weinig geduld en precisiewerk gaan niet steeds goed samen. 🙂

Tomaat fretten, jij pop!

Pop te slapen leggen…

… en er zelf gaan bij liggen.

Juiste houding aannemen. Imitatie is alles tegenwoordig. Juist is juist, denkt ze.

Nu ben ik dus volledig into poppen en poppenspullen. Nog veel restjes te verwerken tot nog meer poppen en poppenkleertjes. En er borrelt een idee in mijn hoofd voor een zelfgefabriceerde plain and simple poppenwagen. Goed dat Sint, Kerst en haar verjaardag er net aankomen. Deadlines zat.

De zwarte en grijze stof komen van Pauli. De beige stof is van Ikea en de fleece is een restje van een dekentje waar al een jas, sjaal en muts uit gemaakt werden.

Selfish sweater weather

Dacht je dat het moeilijk was om peuters te fotograferen? Ik dacht dat alleszins. Totdat ik besloot om een selfish sewing projectje te fotograferen… Foto’s van mezelf (zeker na al die kiekjes van een uiterst schattige peuter), dát is moeilijk. De combinatie met dit druilerige weer maakte het er niet gemakkelijker op.

Maar genoeg gezaag. Wat had ik (= totaal onervaren amateurfotograaf) dus nodig voor deze shoot?

– Het statief van mijn schoonvader (dank je wel!!)
– Camera mét opgeladen batterij (steevast een ‘note to self’ dat laatste)
– De afwezigheid van de peuter die steeds ‘tommee’ (Kom mee) roept en voorzichtig maar erg kordaat mijn hand vastneemt
– De afwezigheid van giechelende W.
– De aanwezigheid van koffie (in een té leuk kopje dat hoort bij 9 andere kopjes die ik van mijn schoongrootmoeder – ja zo heet dat – gekregen heb)
– Lampen in een poging om daglicht te vervangen. (toch serieus aan het overwegen om zo’n daglichtlamp te kopen – iemand trouwens ervaring met van die daglichtpeertjes die je gewoon in een standaard lamp kan indraaien?)
– Iets dat mijzelf als focuspunt kon vervangen bij het gebruik van de zelfontspanner (Dat ging van plant naar lamp – de plant was afgeschreven toen ie bij het ‘snel eventjes opzij schuiven’ omviel en de living vol aarde kieperde.)
– Die camera die mijn peuter had bij deze extreem schattige foto’s, toen nog denkende dat het mij ook fotogenieker zou maken (dream on…)
– Een beetje mascara (want het was wallendag)

– De ultracomfy trui en een jeanske of zoiets (en stiekem dan toch de wollen sokken die ik aantrok deze ochtend, beslissend dat ik het huis niet zou uitkomen vandaag)

Het patroon voor de trui heb ik nagetekend van een trui die ik al had. Ik verdeelde het achterpand in twee en stikte er een elastische paspel tussen die ik ook nog eens doorstikte. De rest hield ik vrij gewoon. De stof zelf is namelijk nogal bling bling. Leuk, maar we moeten niet overdrijven.

Ik stikte de halsboord ook door en zoomde de mouwen en onderkant gewoon om met een tweelingnaald.

De onderkant is achteraan wat langer dan vooraan en gaat in een boogje.

Ziezo, deze ligt klaar voor het Düsseldorf-valiesje. WenS gaan een weekendje weg met hun tweetjes terwijl meter, nonkel V. en oma en opa onze kleine wervelwind zullen entertainen. Ze gaat zelfs met meter en nonkel V. naar de Efteling, lucky her (die meter hè 😉 ).
Tips voor places to see en eetlocaties in Düsseldorf zijn altijd welkom. We gaan hoe dan ook voortdurend op restaurant (rustig zitten, voeten onder tafel zonder dertig keer op te staan voordat we onze eerste hap binnen hebben, mmmm), weliswaar nadat we zwaar uitgeslapen hebben.

Het stofje (dat echt best nog warm is voor zo’n dunne sweaterstof, heerlijk!) voor de trui kocht ik bij Kersenpitje.

“Click!”

“Klik!” Dat zegt ze wanneer we het licht aan- en uitdoen. Ook wanneer we haar in de fiets- en autostoel vastmaken. En wanneer we haar in de buggy zetten en haar niet vastmaken, grijpt ze naar de riempjes en probeert ze minutenlang het gespje zelf vast te maken terwijl het als volgt gaat diezelfde minutenlang:
“klik” “klik” “klik” “klik” “klik” (steeds meer geërgerd)…
“Zal mama je even helpen?”
“Nee!” (zeeeer geërgerd)
“Klik” “klik” “klik” klik” “klik” (steeds meer geërgerd) … “Mama doe.” (met smekende ogen)

Dolblij was ze toen ik haar het oude fototoestel in haar handen duwde dat ik ooit op een marktje in Moskou kocht. Het ging de hele tijd van “klik.” Bij Jente en bij mama. Dat ze mij imiteert, is nog nooit zo handig geweest. Oef, want zo’n fotoshoot binnen bij rotweer dat amper licht voorzag, was wel een uitdaging (vergeef me de ruis hier en daar).

(Even tussendoor: Soms begint ze ook opvallend te zuchten wanneer er iets valt of wanneer iets haar niet lukt. Zo met een stevige Franse “rrrrr” met zo van dat fake gegorgel erbij. Zou ze dat ook imiteren? Toen ik met haar vertrok naar Moeke en Vake en ik mijn sleutels liet vallen, kwam er diezelfde “rrrrr” uit bij mij, gevolgd door die van haar… Ik denk dus dat ze dat gezucht van haar papa heeft.)

Het stofje voor het jurkje had ik al heel lang in mijn kast liggen. Van dit patroontje liet ik onderaan een stukje weg en zette ik er een strook aan die nog net uit mijn half metertje stof raakte. Het fronste nog een beetje. De mouwen vind ik wel wat te breed.

Ik maakte dit jurkje al enkele weken geleden. De lengte van de mouwen had ik duidelijk (weeral!) niet op de groei geknipt, want ze zijn nu al te kort geworden. Ik ga er eens werk van maken om te leren de mouwen even lang te tekenen als op het patroon en om te luisteren naar de naadwaarde die er gesuggereerd wordt.

Knieën zitten tijdens het fotograferen. Heeft ze ook van de papa.

Ook even kijken naar het resultaat.

Toen we terug thuiskwamen van Moeke en Vake had ze in een mum van tijd mijn fototoestel, dat nog op haar tafeltje rondslingerde, vastgenomen:
“Klik”
“Neeeeee, Jente, dat is van mama!” (nogal paniekerig en snel het toestel afpakkend)
(En dan zijn wij verbaasd als zij hebberig doet over haar speelgoed…)
“rrrrrr” (zucht)

Het stofje kocht ik lang geleden bij Kersenpitje. De kousen zijn van Mar Mar Copenhagen en kocht ik bij Minimals in Leuven. Heel mooie winkel met prachtige kleertjes. De schoentjes zijn een rommelmarktvondst.

Pyjama party

We dachten dat het een uitrustweekend zou worden. Ik had zelfs verlof van zaterdag tot en met woensdag. Heerlijk! Het mooie weer deed wel heel veel deugd en we zijn veel gaan wandelen en fietsen, maar echt uitrusten was er niet bij. Onze dagen begonnen vroeg, heel vroeg. Jente en Wouter waren een beetje ziekjes. En… We vermoeden dat het ‘Oei, ik groei!’-boek ons in het ootje genomen heeft door te eindigen met sprongetjes op 75 weken. De symptomen waren anders nu ook wel aanwezig: hangerig, huilerig, veel eten en dan weer weinig, slecht slapen en veel bijleren. Hoera voor dat laatste! Zoveel woordjes, gewoontekes, nieuwe dansmoves, goestingskes die onze meid haar persoontje steeds meer vorm geven.

Maar dus ook weinig slaap, wat me meer zin gaf in bandwerkavondjes met de usual patroontjes dan in het testen van nieuwe patronen. Het kwam nog wel goed uit, want onze meid had wel wat pyjama’s nodig én ik kocht wel drie (!) dezelfde Elvelyckan design stofjes in de solden.

Voor het broekje gebruikte ik het patroon (echt, een zalig patroon!) voor het Oliver broekje van Annick en Griet. Voor het shirt gebruikte ik hetzelfde patroon als bij dit shirt, het raglan patroontje van Mamahoch2, alleen ondertussen een maatje groter. Ik had duidelijk een beetje verkeerd berekend aan de mouwen, die nu wel wat te kort zijn (maar kom, zie die chubby polsjes!).


Ah ja, we hadden met de stiften gespeeld. Afgezien van enkele lijnen op het papier en op de voet werd er vooral duchtig stiften gesorteerd. Potjes aanhalen uit de keuken en in- en uitladen maar! Jente heeft een goed ontwikkelde ‘ik-speel-vrijwel-alleen-met-dingen-die-eigenlijk-geen-speelgoed-zijn’ radar.

De halsboord van de shirtjes stikte ik nog eens door met een zigzagsteek.

Van het roze stofje had ik te weinig gekocht (zo’n hele pyjama ging nét niet uit een halve meter stof), dus heb ik voor de mouwen nog een restje grijze stof gebruikt. Die roze pyjama lag eigenlijk al in de wasmand. Een boterham met stroop eten gaat duidelijk niet zonder de hele broek en shirt onder de stroop te kliederen. Nu weet je waarom ik de roze onderaan gemoffeld heb. 🙂

Jente haar lievelingsboekje voor het slapengaan is tegenwoordig ‘Waar is de taart?’ van Thé Tjong-Khing. Wij zeggen “Waar is…” en zij wijst het juiste voorwerp of dier aan. Bij de dieren krijgen we nog het dierengeluid getrakteerd ook. Ook leuk voor ons dat er zoveel subverhaaltjes zijn zodat je zelf nog wat zoekwerk hebt naar bijvoorbeeld het elfde eendje of naar waarom de poep van de kameleon rood ziet (for the record (spoiler alert!): omdat hij gaan zitten was op het krukje dat vos en haas pas geverfd hadden).

We zijn allemaal moe, ik zeg het je… (Te moe ook om snottebellen en ontstoken oogjes proper te maken trouwens.)

Vanwaar drie tutten? Jente heeft er één nodig in haar mond en liefst twee in haar handen. Anders is slapen moeilijk. Geen knuffelberen voor onze meid, maar wel een tutjesfestijn.

Het is te zeggen, beer ligt wel in haar bedje, maar hij krijgt gewoon ook een tutje en één dikke knuffel voor het slapengaan.

Slaapwel iedereen.

De groene en blauwe stof kocht ik bij Kersenpitje. Bij Isabelle rondneuzen naar leuke tricotjes is altijd een feest! De roze stof kocht ik bij Julia’s Shop.

Louisa coat en fotoshoot met een peuter

“Oh die Louisa jas wil ik maken!” “En een blog tour, leuk!”

Dat waren de eerste gedachten die in me opkwamen toen de ‘seamstress search’ door Marte van Compagnie M. werd uitgestuurd.
“Hoeraaaa, super fijn!!
Dat was het eerste gedacht toen Marte me vertelde dat ik aan de blogtour mocht meedoen.
En niet: “Oh ow, ik heb nog nooit deftig een rits aangezet.” of “Voering, quoi?” of “Mmmm, exact en nauwkeurig knippen…” of “Ai, ik maak bijna altijd snel-klaar-projectjes en zet daarom ook kamsnaps aan jassen en zo.”
Die gedachten kwamen nadien. Maar dus, no way back. Niet dat ik terug wilde hoor, totaal niet, maar een licht ‘ik heb dees nog nooit gedaan en nu is’t direct voor echt’ – gevoel was er wel. Gelukkig overheerste het ‘let’s do this!’-gevoel en zijn mijn naaiskills weer wat techniekjes rijker.
Maar goed. De Louisa jas.
Een zalig patroon! Waarom?
– Omdat je kan kiezen voor een kraag uit één of twee delen of voor een kap.
Je kan variëren met paspel, knopen, een bloem op je jas, … . Er is een rits- en een knopenversie. En er is een optie voor boordjes aan de mouwen.
– Omdat het echt ge-wel-dig goed uitgelegd is hoe je zo’n Louisa in elkaar moet steken. Zoals ik al subtiel vermeldde, ben ik geen ervaren jassen- en speciallekesnaaister. Dankzij de megaduidelijke instructies, is het me gelukt om niet één keer (!) te moeten lostornen.
– Omdat het resultaat echt mooi is!
Tijdens de fotoshoot stopte er zelfs een lieve vrouw om te zeggen dat ze de jas herkende en hem zo mooi vond. Marte, het doet dus al duchtig de ronde in Vlaanderen. Bovendien was de eerste reactie van de peuter zelf toen ze haar jas zag: “Oh mama, mooi!”
– Om nog allerlei redenen die ik nu even vergeet te vermelden wellicht.

Enkele tips:
– Koop de papieren versie! Ik had een snijmachine, maar heb toch wel wat snij- en plakwerk verricht om de pdf-versie in elkaar te zetten.
– Voor je de zakken begint vast te stikken op het voorpand (is één van de eerste stappen), leg je best toch even je zakken vastgespeld aan het voorpand op het achterpand zodat je kan zorgen dat de paspel van de zakken mooi doorloopt in de paspel van het achterpand. Uiteraard staat dit op en top juist in het patroon getekend, maar slordige knippers zoals ik kunnen bij deze tip wel baat hebben.
– Als er staat dat je best even doorstikt (bijvoorbeeld aan de kap), doe dat maar. Het ziet er echt duizend keer beter uit. Ze weet wat ze zegt hoor, die van Compagnie M.
– Het woord ‘vloeite’ in de instructies begreep ik niet. Tot Google me bij Mme Zsazsa bracht. Zij legt hier uit wat je moet doen om de mouwen ‘met vloeite’ aan het voor- en achterpand te zetten. Het werkt echt!
– Neem de maat die bij de borstomtrek staat. Jente is 20 maanden, maar heeft de kleinste maat (1 jaar) aan.
– Neem je tijd en koop een echt mooi stofje! Je doet dit niet raprap op één avondje, dus kan het maar beter de moeite zijn.
Toch wel handig, zo’n lieve dames in de crèche die allerlei kapsels verzinnen met het haar van mijn dochter. Ze kwam net nu terug met twee staartjes en een speldje. Ideale match met de Louisa Coat.
Ik maakte de versie met kap en met boordjes aan de mouwen. Ik besloot om aan de kap geen paspel toe te voegen. Waarom? Dat weet ik niet meer goed, maar de stiksels zijn ook heel mooi.
De binnenstof is een heel soepel, zacht katoentje. Omdat het stofje vrij glad is, gebruikte ik het ook voor de mouwen als voering. Ik heb het wel wat warmer gemaakt met de wattine, zoals in de instructies van het patroon aangegeven wordt. De buitenstof is tweed.
Woensdag en het idee om Jente vroeger van de crèche te halen om wat quality time door te brengen in het zonnetje en ondertussen wat foto’s te nemen. Goed idee, ware het niet dat de peuter er niet veel zin in had. Tanden die pijn doen. Middagdutten die overgeslagen worden. Herfstblaadjes die wegvliegen als je ze tijdens het fietsen niet goed vasthoudt. Verse pampers die tijdens de fotoshoot besmeurd worden. Katten die plots in beeld verschijnen en mega-eng zijn. Vogels die lawaai maken en eveneens mega-eng zijn (want die kan je nog niet eens altijd zien!). Speldjes die pér sé in het haar moeten en twee minuten later niet meer in mogen. Snottebellen die niet mogen afgeveegd worden. Een jas met nét iets te lange mouwen, maar met kei-interessante zakken.
Je kent het wel, standaard perikelen waar een peuter mee te maken krijgt.
Foto’s van die pamper en tanden zal ik u besparen, no need to worry.
Snottebellen, herfstblaadjes, het kapsel en uiteraard DE JAS zijn hier wel in de aanbieding.
En weeral wegens voornamelijk wasmachineproblemen (als in: ik vind de weg er niet naartoe de laatste week), was er geen deftig passende en vooral propere outfit voor erbij. Dus maakten we nog een jurkje met het Fons & Sien patroon (English / Nederlands). Deze keer sweaterstof zonder print, met als hals- en mouwboorden het muntgroene stofje van de mouwboordjes van de jas. Ik maakte er wel een heel fel gefronst rokdeel bij om de afwezigheid van een print te compenseren.
Snottebellen.

Herfstblaadjes.

Van “Wow, mama, hier kan ik mijn hand in kwijt!” – tot “Oh jee, hoe ingewikkeld is dit ding om die hand eruit te krijgen!”

De enge kat.
Ik poseer alleen nog als ik brood krijg, na!

Louisa moet uit, uit!!!!! En weer aan, maar dan zó! Aanschouw de zelfvoldane lach…

Mouwen die nét te lang zijn dus…

En check de kap! Hij past heel mooi zo, en zeker ook nog met een muts ertussen. En Jente wou hem laten opstaan voor langer dan 1 seconde! Scoren! Dat doorstikken aan de rand heeft het wel echt ‘af’ gemaakt. Geen paspel, maar wel mooie naden.

Jente haar eigenste Louisa coat. Toch een tikkeltje behoorlijk trots dat ik het ding in elkaar gekregen heb.

(Boos op de hond die blafte, maar toch maar even zwaaien. Tata!)

Wil je een Louisa coat maken? Je krijgt bij Compagnie M. nog tot 6 november 10% korting op de papieren of de pdf-versie met de code LOUISACOAT10.
Want to make a Louisa coat? In the webshop of Compagnie M., the code LOUISACOAT10 gives a 10% reduction on the paper or PDF version of the pattern (until the 6th of november).
Meer inspiratie? Op de blog van Marte vind je heel veel mooie foto’s van prachtige Louisa coats.

Marte, ik vond het echt heel leuk om mee te doen met de blog tour. Een dikke merci ook voor de uitdaging, het geweldige patroon en je lieve mailtjes!

De stofjes voor de jas kocht ik bij Lana Lotta. Die zalige madammen hebben me weeral goed helpen kiezen en waren al even enthousiast als ikzelf over de jas.
Het patroon is dus (rara…) de Louisa coat van Compagnie M. 

Fons & Sien shirt and dress: Gratis patroon maat 80 / Free pattern size 80

Heel vaak lijkt het hier alsof de kleerkast van onze kleine meid leeg is. En altijd zijn het T-shirt of truitjes die lijken te ontbreken. Of dat nu ligt aan mijn stiptheid in was doen (en opvouwen! want zeg nu zelf, iets leukers bestaat er niet) of écht aan een gebrek aan shirts…? Daar kunnen we eeuwig over discussiëren. Mijn hypothese is dat het allemaal de peuter haar schuld is. Die moet maar niet denken dat haar shirt een verf-, voedsel-, krijt-, stiften-, …-  kunstwerk moet worden. Misschien denkt ze ook gewoon: Ik wil altijd leuke nieuwe shirts en ik wil dat mama een patroon daarvoor tekent en online gooit. Je merkt het, als moeder begin je spontaan over te stromen van empathie.

 

Maar dus, een patroon. Ik heb het ‘Fons & Sien’ genoemd. Waarom? Wel, omdat het een shirt is dat voor zowel jongens als meisjes schattig en stoer is. De jurkjesversie noem ik dan wel lekker stereotiep ‘Sien’. Nog een reden? Beide namen vormen de naam van mijn oma, Alfonsine. Mijn oma heeft me leren naaien. Zij heeft me lang geleden getoond hoe ik een naaimachien aan de praat moest krijgen. Toen ik bij haar ging logeren maakte ik kussenslopen en pennenzakjes. En dan is het jaren blijven liggen. Tot ik zwanger werd van Jente en mijn misselijke zelf afgeleid moest worden. In die tussentijd was oma verhuisd naar een kleinere stek en had ze haar naaimachines uitgedeeld (ja, meervoud, twee in totaal eigenlijk). Ik kreeg er één van. Hoe verliefd ik ook ben op mijn overlock, blijf ik die oude Toyota machine van mijn oma ook koesteren. En ja, dan noemen we het eerste patroon hier naar haar.

 

Er zijn drie versies van ‘Fons & Sien’:

  • shirt met korte mouwen
  • shirt met lange mouwen (ook wel trui genoemd)
  • jurkje
Het is echt een heerlijk eenvoudig patroon, maar ik hou wel van eenvoudig. En voorlopig is ‘Fons en Sien’ jammer genoeg ook enkel beschikbaar in maatje 80 (eerder klein vallend), maar er wordt gewerkt aan uitbreiding (enkele kleinere en enkele grotere maten, English tutorial to go with the English version of the pattern, …).
 

Wat heb je nodig? 
  • Een tof tricot-stofje
    Voor de shirt: 40cm (een stofbreedte van 120cm is voldoende)
    Voor het jurkje: 70cm of 40cm (als je geen fel fronsend rokdeel hoeft, maar dan heb je wel minstens 140cm stofbreedte nodig)
  • Naaimachine: overlock of zigzag van de gewone naaimachine
  • Tweelingnaald voor de zoom (of zigzagsteek)
  • Het ‘Fons & Sien” supersimpel patroon.
Download ‘Fons & Sien’:
  • De werkwijze om Fons & Sien in elkaar te zetten.

Klaar?

Go!

“Go!” Dat zegt Jente telkens ze de trap op klimt. Niet omdat wij haar zodanig geconditioneerd hebben dat ze telkens ze die trap ziet “go!” roept. Neenee, ze heeft dat helemaal zelf bedacht. Nu ik het bedenk, misschien vermoedt ze gewoon dat ‘go’ een ander woord is voor ‘trap’, want ze voegt zelden de daad bij het woord. Als een slak (of is er iets dat nog trager gaat?), klimt ons klein profiteurke de trap op. Tenzij er in haar ogen echt iets te doen valt boven (haren kammen, feest!), dan vliegt ze als een… (euh… iets keisnels!) de trap omhoog.

 

Maar goed, waarom zei ik “Go!”.
Ah juist, omdat je hier de ‘how to’ vindt, razendsnel kan starten en in no time een afgewerkt shirt of jurkje hebt. Daarom!

 
 

Werkwijze

 

Stap 1. Knip het patroon uit papier, A aan A kleven en B aan B. Leg de patroondelen op de stof en knippen maar.
Op het patroon (bij voorpand, achterpand, halsboord, mouw, mouwboord korte mouwen) staat aangeduid waar de stofvouw moet komen.
Ook zie je op elk patroondeel of er naadwaarde voorzien moet worden en hoeveel aan welke zijde.

 

Stap 2. Leg de goede kanten van voor- en achterpand op elkaar en naai de schouders aan elkaar. Maak je een shirt met korte mouwen, zet dan nu ook de zijkanten van voor- en achterpand aan elkaar vast en sla stappen 3 en 4 over.

 

Stap 3. Leg de mouwen met de goede kant op de goede kant van voor- en achterpand. Het midden van de mouw (waar de stofvouw was) komt mooi op de schoudernaad. En uiteraard, naai het ook aan elkaar vast. Ja hoor, beide mouwen.

 

Stap 4. Leg terug voor- en achterpand op elkaar zodat elke mouw ook toegevouwen is met de goede kant naar binnen. Naai nu in één keer voor- en achterpand aan elkaar en de mouw dicht. Zorg dat telkens de naden waar de mouw aan het voor- en achterpand vastgemaakt werd, mooi op elkaar liggen.

 


 

Bijna klaar! Told you, razendsnel!

 
 

Stap 5. Naai de strookjes van de halsboord en van de mouwen telkens dicht, goede kanten op elkaar. Plooi ze dubbel met de goede kanten naar buiten.

 
 

Stap 6. Halsboord. Markeer het midden van de halsuitsnijding van het voorpand en van het achterpand.

 

Markeer ook het midden van de halsboord (recht tegenover de naad).

  

Speld de naad van de halsboord aan het midden van de halsuitsnijding van het achterpand. Speld het midden van de halsboord aan het midden van de halsuitsnijding van het voorpand.

 

Naai vast. Start in het midden van het achterpand. Je zal tussen het midden van het achterpand en het midden van het voorpand de halsboord lichtjes moeten uitrekken om rondom de hele halsuitsnijding te stikken. Zo zal de kraag mooi vallen. Probeer de stof van het voor- en achterpand zelf niet uit te rekken. Kijk dus hoeveel je je stof moet uitrekken tussen het speldje aan het achterpand en het speldje aan het voorpand.

 

Stap 7. Naai de mouwboorden vast. Leg hiervoor de naad van de mouwboord mooi op de naad van de mouw.

 

Stap 8. Overlock of zigzag de onderkant. Of sla deze stap over, want tricot rafelt toch niet, ha!

 

Stap 9. Speld de zoom 2cm om. Of 3cm, zoals ik gedaan heb, als jouw Fons of Sien niet zo’n groot bovenlijfje heeft.

 

Stap 10. Vecht met de tweelingnaald om de onderkant omgezoomd te krijgen.

Omzomen met een tweelingnaald…Misschien enkele relativerende tips die ik gaandeweg, met assistentie van mijn hobbyhop-vriendinnen (naaiclubje klonk niet bruisend genoeg, vandaar hobbyhop), ontdekt heb.
– Als je op de sukkel bent, probeer dan eerst even een tweelingnaald waar er 4mm tussen de naaldjes zit. Dan raakt je draad minder snel in de knoop.
– Speel wat met de draadspanning tot het min of meer goed zit (niet te strak, geen bandje stof tussen je twee stiksels, geen té losse steken)
– Kies geen te korte steken. Iets langere steken zorgen ervoor dat je draad minder snel stropt. Bij enkele lagen tricot op elkaar, heb je al rap wat smallere steken dan wanneer je met dezelfde steeklengte op katoen werkt.
– Zorg dat je tweede klosje garen (waar je tweede bovendraad vandaan komt) goed kan bewegen.
– Je twee bovendraden in de andere richting laten vertrekken (één klosje rolt naar links af, het tweede naar rechts), kan er ook voor zorgen dat je draden minder in de knoop raken.
– Gebruik goed garen! Het kost inderdaad wat meer dan dat supermarkt-twintig-kleuren-in-één-pak-garen, maar het helpt echt wel om ervoor te zorgen dat je machine minder steken overslaat.
– Koop een machine die wat recenter is dan de mijne uit de jaren ’80.

– Noteer hieronder écht zinvolle tips om dit lijstje aan te vullen. 🙂

 

KLAAR!

 

Het bandwerk van de laatste twee weken. En dan waren er nog drie in de was! (Je ziet, ik heb daarnet niet gelogen over mijn uitstelgedrag.)

 

Wil je het jurkje maken?
Knip dan je bovenstuk maar tot aan de stippellijn en zet het shirt in elkaar tot en met stap 7.
Knip het rokdeel (afmetingen zie patroon), vouw dubbel met de goede kanten op elkaar en naai dicht.
Frons het rokdeel tot je dezelfde breedte hebt als het shirt.
Leg de goede kanten van shirt en rokdeel op elkaar en zet aan elkaar vast (met de naad van het rokdeel in het midden van het achterpand).
Omzomen.
Ik maak binnenkort nog een jurkje voor Jente (Nog een jurkje voor dat kind? Awel ja!) en dan probeer ik misschien ook nog wat ‘work in progress’-kiekjes te nemen.

 

Modellen Jente en F. showen hier de lange mouwen versie van de shirt en van het jurkje. (Voor een voorbeeld van de korte mouwen versie en nóg een lange mouwen versie, moet je hier zijn.) F. is het dochtertje (ja, Fonskes met maat 80 werden er amper geboren precies, enkel Sientjes) van één van mijn beste vriendinnen en is twee weken na Jente geboren. Gisteren hebben ze samen de boel op stelten gezet en ons buikpijn bezorgd van het lachen. Terwijl wij probeerden de brunchrommel op de ruimen, vonden de dames dat het huis te stil was. Ze namen elk een krukje en vlamden van keuken naar hal naar living naar keuken naar hal (allé, je snapt het wel). Ja, zo van leunen op die krukjes en voortduwen maar. Wel flink opheffen als er een drempeltje op hun pad kwam.
En eens buiten in hun nieuwe outfits… Handjes vasthouden en crossen maar. Als de ene viel, moest de andere ook op de grond liggen. Als de ene op het raam klopte, moest de andere ook raamrammen. Als de ene steentjes had, moest de andere ook steentjes. Als de ene op de schouders van papa mocht… En zo ging dat nog een tijdje verder.

 

Ik plooide de boord van de mouw een klein beetje om. Mooi zicht en onze dames hebben iets meer hand vrij om elkaar, de blaadjes, de steentjes en de handen van de papa’s vast te houden.

 

 

Moe!? Wij?

 

Nee hoor!

 

Toch even komen leunen bij mama. 

 

Veel plezier met dit patroon! Stuur me zeker je resultaat! Of deel hieronder. Of ergens anders met #fonsensien #fonsandsien
Ik ben benieuwd!

 

(Wel een beetje werk, zo’n patroontje. Enkele shirtjes of jurkjes maken als cadeautje of voor je eigen kids, doe gerust. Het patroon gebruiken in lessen/workshops of om shirtjes of jurkjes te maken om te verkopen, is niet toegestaan.)

 

De stofjes zijn van Bloome (jurkje) en Cherry Picking (shirt). Ik heb ze gekocht bij LanaLotta.

Herfstige Hoppe

Bijna herfst, maar toch niet helemaal. ‘s Ochtends al best koud. (Vandaag had een handschoentje misschien zelfs zijn nut kunnen bewijzen.) De namiddag valt dan weer wat warmer uit. En in de crèche is het steevast 20°C en meer.

Maar… Daar kunnen we wel iets op vinden. Kledinggewijs. Voor onze kleine meid.

Ik heb het nog maar net gekocht, het zomerse Hoppe-patroontje van Straight Grain. Het bleef echt niet lang in mijn mailbox hangen en werd in een mum van tijd een jumpsuit voor Jente (de foto’s lieten wat langer op zich wachten). De slanke maat past mooi rond haar lijfje. Een tof patroon, heel duidelijke uitleg en tekeningen en echt handig, die dubbele matentabel.

De kleinste maat was nog wat te lang voor ons mini-meisje. Maar met baggy komt ze wel weg. En die benen groeien toch gelijk zot.

 

Om Hoppe iets minder zomers te laten lijken, knipte ik als achterpand gewoon nog een tweede voorpand.

 

Het kruis tekende ik enkele centimeters lager dan het patroon aangeeft. Zindelijkheid gaat hier voorlopig nog als volgt: “Kaka!” “Moet je kaka doen?” “Ja” Ma of pa snuffelt aan de luier (zucht, ja, je doet dat dus echt hè). “Heb je al kaka gedaan?” “Ja” “Wil je een verse luier?” “Ja” (Peuter neemt verzorgingskussen en doekjes uit de kast.) Maar echt so close!
Dus geven we het kind nog wat tijd en laten we nog even plaats voor de luier.
(Oh ja, mijn oprechte excuses dat ik blijkbaar in twee posts op rij over stoelgang moet praten.)


 

Ik maakte er een truitje bij met dit patroontje voor raglanshirts, waarbij Jente nog steeds in een maatje 74 past. Voor onder de Hoppe mocht het wel simpel zijn. Maar kom, zo gewoon een effen zwart shirtje naaien, geen zin in. Dus integreerde ik een restje stof van de Hoppe en twee strookjes elastische paspel (zelf gekocht, niet zelf gefabriceerd). Voor de eerste keer zo met die rekkende paspel knoeien, ziet het er niet slecht uit. Even sukkelen, maar met deze tutorial van Sharon (Zonen09 dame) (die ik vanaf het tweede strookje toch maar volgde) ging het redelijk vlot met hier en daar een “bwa, dat zie je toch niet.” Op het einde stikte ik even door met een kleine zigzag omdat ik de blinkende kant van de platte paspel het meest zichtbaar wou hebben (Als het nu nog wou blinken op de foto. Maar echt, schattig blinkend strookje, geloof me maar).

 

Herfstig.

 

Een beetje meer zomers.

 

Terug herfstig, maar stoerder met haar bomberjack. Beste koopjesvondst ooit!

 

Een beetje socializing. De fist bump en high five doen het steeds goed.

 

Laat die blaadjes maar kleuren nu.

Of toch niet helemaal? Fietstochtjes zoals dit weekend die eindigen bij de boot van Coupe Matadi mogen anders wel blijven duren. Vorig jaar wandelden we op 2de Kerstdag nog ‘de berg’ op tot bij de hoeve om ijs te eten en maakten we rond nieuwjaar nog zonnige wandeltochtjes in de Voerstreek. Benieuwd hoe onze herfst en winter er dit jaar zal uitzien.

 

Het jumpsuitstofje is super zacht en lijkt ijzersterke tricot te zijn (handig voor zo’n jumpsuit, zou je kunnen zeggen). Ik kocht het bij Kersenpitje.

Het zwarte stofje kocht ik bij Habiba.

Comfy shirts en boekjes bladeren

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

 

Het voorbije jaar maakte ik al enkele keren een T-shirt of trui voor mezelf, zo eentje met aangeknipte mouwen. Die zitten echt ongelofelijk comfortabel. Het patroontje heb ik ooit getekend naar voorbeeld van een trui die ik toen gekocht had. Dat moet toch ook in kinderversie te maken zijn, dacht ik. Een simpel patroontje dus met wat leuke mogelijkheden om te variëren. En wil het nu dat Jente nog wat shirts kan gebruiken sinds ze uit haar huidige T-shirts en truitjes lijkt te barsten.

 

Twee shirts down, 100 to go als het van mij afhangt en ik het niet beu word. Zo verslavend snel klaar. Voorlopig dus de basisversie, ééntje met korte mouwen en ééntje met lange mouwen. (Voor de halsboord gebruikte ik een breedte van 5cm. Na een tijdje dragen gaat die wel wat naar beneden hangen. In de volgende versies zal het voor- en achterpand wat hoger komen in de hals en nek en zal de boord wat smaller zijn.)

 

Poseren in de stoel, mét boekjes. Dat vond ze best in orde. Ze stormde naar de boekjes: “Naaltje!” (verhaaltje!), greep haar favorieten uit het rek en probeerde op de schommelstoel te klimmen. Even later klonk er een “TOE!!” (stoel!) toen ze het beu was om zelf het schommelende gevaarte te temmen. Ik zette haar in de stoel en ze blonk van trots. Schommelen maar! En boekjes bladeren!

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

 

Voor de mouwen knipte ik een bredere boord die ik na het vastzetten dubbel vouwde. De twee truitjes zijn uit wat dikkere tricot, dus blijft de vouw goed op zijn plaats, maar bij dunnere stoffen, naai je best met de hand enkele puntjes vast, denk ik.  OLYMPUS DIGITAL CAMERA

 

Even iets over die favoriete boekjes.

Met stip op één de laatste weken is ‘Mama kwijt’ van Chris Haughton. Een toptip van een lieve vriendin. Kleine uil is zijn mama kwijt en eekhoorn helpt met zoeken. Volgens Jente zijn alle dieren die ze onderweg tegenkomen wél de mama van kleine uil en eindigt die uil dus met zo’n vijftal mama’s. Soms blijkt de kikker ook wel ‘papa’ te zijn. Kortom, heel mooi prentenboek met heerlijke interactiemomentjes.
OLYMPUS DIGITAL CAMERAOLYMPUS DIGITAL CAMERA

 

Nog ééntje dat hier zijn voor hilariteit zorgt, is ‘Magnus en de kakado’ van Kim Crabeels en Sebastiaan Van Doninck. Magnus’ grote boodschap wordt per ongeluk doorgespoeld en de jongen beeldt zich lichtjes panikerend de reis in die zijn kakado maakt. Aan het einde van het verhaal spoelt hij zijn nieuwe kakado niet meer door, maar bewaart hij hem een glazen pot. Hilariteit voor Jente en WenS. Jente doet alle dierengeluiden na en roept wel 30 keer “kaka” terwijl wij het verhaal op zich heerlijk absurd vinden en moeten lachen met de peutervertaling van het boek. Goed voor potjestraining? Iemand ervaringen? Gewoon even verifiëren of er in sommige huishoudens zo’n Magnus-potten terug te vinden zijn. Zo ja, misschien toch wat nuanceren, dat boek.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

 

Een simpel, maar heel effectief boek, is ‘Gonnie’ Van Olivier Dunrea. Jente helpt graag zoeken naar de laarsjes die Gonnie kwijtraakt. Handig hier zijn de harde kartonnen bladzijden waarop ons hevig ding haar boekjesbladereuforie kwijt kan.

Voor die bladerwoede zijn boekjes met flappen ook altijd een winner. Hoewel de flappen het soms wel zwaar te verduren krijgen wanneer de nieuwsgierigheid zegeviert.OLYMPUS DIGITAL CAMERA

 

Zelf attributen zoeken, dacht ze. Echt waar (maar echt dus hè), ik zit er voor niks tussen dat ze net twee gele accessoires meegrabbelde.

 

De geel-zwarte stof is van Froy & Dind en kocht ik op het Stoffenfestijn.
De wit-zwarte stof kocht ik bij Pauli.